home  2.1 Opbouw 1941 - Funkmess(radar)-stellungen/soorten en typen

# Last update this page: 12-12-2017

Funkmess-stellungen


In drie jaar tijd werd door de Duitsers in Nederland en in de rest van Europa, van Biarritz tot de Noordkaap, tussen 1941 en 1943 een enorm netwerk van verbindingen, radar en geleidingssystemen gebouwd. In Nederland waren deze verspreid over het gehele land zodat in elk deel van ons grondgebied electronische informatie en controle uitgevoerd kon worden. De Duitsers noemde dit soort systemen Funkmess-stellungen en deze werden gecontroleerd door hun Luftwaffe,Heer of door hun Marine. De marine apparatuur is vanzelfsprekend langs de kust opgesteld, zoals o.a. in Den Helder, Walcheren, Delzijl, Egmond, Schiermonnikoog en Ameland.

Radarkaart 1944/45

  1. Stellung 1 Ordnung (zie onderstaand)
  2. Stellung 2 Ordnung (zie onderstaand)
  3. Stellung 3 Ordnung (zie onderstaand)
  4. Funkmesssteuerung Algemeines.
  5. Marine Funkmessanlagen.
  6. Jaegermessstellung/Jaegerleistellung
  7. Fernflugmeldemesszug
  8. Fluko
  9. Funkmessbeobachtung/S.I.S.
  10. Funkstation
  11. Knickebein
  12. Bernhardt
  13. Funkfeuer
  14. GrossRaumGefechtsstand Diogenes
  15. Leuchtfeuer

Alle bovengenoemde types stellingen waren ergens in Nederland aanwezig, en zijn verderop gedetailleerd.


Bij de bouw van het systeem van Duitse luchtverdediging onderscheiden we in principe in Nederland 3 linies van Funkmessstellungen. De eerste lijn is die van vroegtijdige waarneming en alarmering; ook wel Himmelbett genoemd. Dit is de gehele kustlijn van Nederland, van Walcheren tot en met Schiermonnikoog.


De tweede lijn is die over het midden van het land en eindigt bij de Gazelle stelling in Veendam. Dat er op vaste afstanden tot elkaar grotere rondzoekradars stonden, als primaire waarnemers wordt hierdoor duidelijk.In de laatste oorlogsjaren was de techniek zo ver gevorderd dat dit mogelijk was geworden. Van de 360 graden lange afstandsradars (Jagdschloss) zijn er slechts 80 stuks gebouwd.


De derde lijn is de brede FLAK/zoeklicht gordel, ook wel RAUM genoemd over het oosten van het land. Deze gordel was meer dan waarneming, en geheel gekoppeld aan radargestuurde zoeklichten.



Ad.1. Funkmessstellung 1.Ordnung der Luftwaffe.

De bezetting bedroeg ca. 250 personen. Was de stelling eenmaal klaar(nachtjagdfahig) voor de nachtjagd dan werd de personeelssterkte verhoogd naar ca 300 en heette het "Schwere Flugmeldeleitkompanie". Deze stelling van de 1e orde was ook verantwoordelijk voor de operationele inzet in hun sector.

Apparatuur:

  1. - 1 x Jagdschloss als rondzoekradar;
  2. - 1 x Wassermann als lange afstands radar;
  3. - 1x of 2 x FuSE 65 Wuerzburg-Riese als doelradar (tegenwoordig genoemd: Ground Control Intercept);
  4. - 2 x Freya (eentje met IFF(zie afbeelding boven)) als Flugmeldegerat;
  5. - (in verschillende stellungen 1 x Freya-Fahrstuhl/zie afbeelding/is alleen in Hase geplaatst)
  6. - Locaties: Gazelle(Veendam)-Hase(Harderwijk)-Hamster(OostKapelle)-Zander(Zandvoort)-Salzhering(Den Helder)

In de praktijk kwam ook andere typen of een ander aantal voor; soms zelfs prototypes.Onder "Funkmess-stellungen in Nederland" is meer detailinformatie aanwezig.

Ad.2. Funkmessstellung 2. Ordnung der Luftwaffe : vb Schlei/Schiermonnikoog
Die bezetting bedroeg ca. 200( Luftwaffe soldaten en Luftwaffe helferinnen).Wanneer gereed voor de nachtjacht dan heette het: "Mittlere Flugmeldeleitkompanie".
  1. - 2 x Freya (een met Kennung en AN-Zusatz) als Flugmeldegeraet;
  2. - 2 x FuSE 65 Wuerzburg-Riese als Flugzielgeraet.
  3. - Locaties: Tiger(Terschelling)-Schlei(Schiermonnikoog)-Eisbar(Sondel)-Lowe(Marum)-Marder(Ten Arlo)-Krote(Goor)
  4. Bazi(de Rips)-Bisam(Strijbeek)-Gorilla(Schoonrewoerd)-Biber(Oostvoorne)-Truthahn(Weert)
  5. - Beperkte inzet:Lowe(Marum)-Wespe- Seeadler(Muiden)

In de praktijk kwam ook andere typen of een ander aantal voor.Bij voorbeeld: Zowel bij Tiger als Schlei als elders in Europa waren Wassermann lange afstands radars geplaatst.Onder "Funkmess-stellungen in Nederland" is meer detailinformatie aanwezig.

Ad.3. Funkmessstellung 3. Ordnung der Luftwaffe.
De bezetting bedroeg ca. 150 . Wanneer gereed voor de Nachtjacht dan heette het: "Mittlere Flugmeldeleitkompanie".
  1. - 2 x Freya (een met Kennung en AN-Zusatz) als Flugmeldegeraet.
  2. - meestal i.p.v. een Freya een Wassermann of Mammut.
  3. - 1 oder 2 x FuSE 62 Wuerzburg D als Flakziel- of een FuSE 65 Wuerzburg-Riese als Flugzielgeraet
  4. - Max - Moritz in NL.

In de praktijk kwam ook andere typen of een ander aantal voor. Onder "Funkmess-stellungen in Nederland" is meer detailinformatie aanwezig.

Ad 5:Marine-Funkmessanlagen
  1. - Locaties:Marine Ameland-Marine Delfzijl-Marine Egmond-Marine Schiermonnikoog
Die bezetting in zn geheel is onbekend.
Ad 6:Jaegerleitstellungen der Luftwaffe : vb Schneeglockchen/Teerosen
Die bezetting bedroeg ca. xxx( Luftwaffe soldaten en Luftwaffe helferinnen).
  1. - Freya (een met Kennung/IFF en AN-Zusatz) als Flugmeldegeraet;
  2. - Wuerzburg-Riese als Flugzielgeraet.
  3. - Y-peilers - E mess
  4. - Locaties:Teerose I-II-III (Deelen)-Lowenzahn(Franeker)-Brenessel(Brielle)-Schneeglockchen

Bij het ontwikkeling van de techniek in de loop der oorlogsjaren, werd op de Y-peilers overgeschakeld en met het EGON-systeem.

Ad 7:Fernflugmeldemesszug
  1. Early warning radar. Meszzug zbV.5 Den Helder-Messzug zbV. Biber Oostvoorne-Messzug zbV. Schlei Schiermonnikoog-Wassermann M-S/Tiger Terschelling
Ad 8:Fluko
  1. - Amsterdam-Zwolle-Doetichem-Venray
Die bezetting in zn geheel is onbekend.
Ad 9:Funkmessbeobachtung of S.I.S.
Die bezetting is onbekend. De organisatie was in ieder land aanwezig. Veelal in Frankrijk maar ook in Nederland.
  1. - Diverse ontvangst stations
  2. - Locaties:Langeveld(Valkenswaard)- Radio Kootwijk(bij Apeldoorn)-Noordwijk- Limmen- Vlieland(Horch)- Löwe vanaf 19-7-44

Ad 11:Navigatieinstrumenten: Lange afstands Y-bakens: Knickebein
Die bezetting is onbekend.
  1. - Locaties:Den Helder(Julianadorp)Draaischijf is nog zichtbaar, en Bergen op Zoom

Ad 11:avigatieinstrumenten: Lange afstands bakens: Bernhardt Anlage
Die bezetting is onbekend.Begin 1944 geplaatst als opvolger van Knickebein daar deze eenvoudig te storen was.Vandaag (2011) zijn er slechts nog enkele bunkers over. De draaischijf is verdwenen.
  1. - Locatie:Schoorl in NL.

Ad 13:Funkfeuer

  1. Bodenorganisation Groszraum-Nachtjagd/Luftflotte Reich aug.1944.
  2. Voor een verklaring van de tekens Funkfeuer: zie onder
Ad 15:Schwere Lichtfeuer
  1. Voor de bijbehorende kaart zie boven Ad 13
  2. Locaties:Catrin(Castricum)-Betty(Beilen)-Zita(Zutphen)
  3. Ernst(Gilze)-Nora(Noordwijk)
  4. Foto Catrin bijgevoegd


Fasering van de opbouw van Funkmessstellungen.

Zoals bij veel technische ontwikkelingen is het eerste produkt wat uitgevonden is, nooit het meest optimale of de meest perfecte oplossing. Gedurende een bepaalde tijd is er vaak een proefperiode nodig om de fouten/beperkingen eruit te halen en dit was zeker het geval bij de Duitse radarinstallaties en de daarmee samenvallende procedures. Een extra nadeel is het aspect van de geeiste versnelde ontwikkeling in oorlogstijd, waarbij iedere oplossing eerder vroeger dan later gewenst was. De enige rem om dergelijke oplossingen in het veld te plaatsen was het absoluut disfunctioneren van het apparaat al dan niet in zijn operationele omgeving.

Een voorbeeld ervan is de eerste versie van de Lichtenstein SN-2 boordradar van de nachtjagers; de eerste uitgeleverde typen waren volledig ongeschikt en belemmerden het functioneren van de nachtjager zelf. Een ander aspect bij de nachtjacht waren de enorme antennes op de neus van de jagers; een gevolg van het feit dat de Duitsers voor een lagere frequentie hadden gekozen dan de geallieerden in een vroegere ontwikkeling. Antennes hebben meestal een lengte van een half tot een kwart van de golflengte.

De piloten hadden er helemaal geen zin in om met deze opvallende stangen te vliegen, en wisten dat hun jagers hierdoor weer iets langzamer vlogen wat zeer nadelig was bij luchtgevechten met geallieerde vliegtuigen. Wellicht ook het begrip in de USA: "If it looks good it will fly good", maar dan het omgekeerde. Uiteindelijk is er tot inzet besloten toen bleek dat bij een testvlucht op Fliegerhorst Leeuwarden er beter resultaten bereikt werden dan, zonder de radarhulpmiddelen in de nacht. Dit was natuurlijk vanzelfsprekend en de nachtblindheid van de jachtvliegers werd hierdoor behoorlijk verminderd.

(zie onderstaande foto van een dergelijke nachtjager/bron: footnote.org)

antenne

Zoals bij dit onderdeel van een vliegtuigradar betekende dit in principe andere procedures. Een gevolg van het feit dat de vlieger zelf nu het laatste traject naar het geallieerde vliegtuig zonder gevechtsleiding kon afleggen. In dit geval was de vijand de laatste 1,5 km op zijn radarscherm zichtbaar. Het hele traject hieraan vooraf was de rol van de Jaegerleitofficier onveranderd. Zeker daar het herkennen van de vijand nog een visueel gebeuren was.

Organisatorische ontwikkeling van de Luchtoorlog in Nederland

We kunnen in tijdens de bezetting de luchtoorlog grof in de volgende fasen onderscheiden, waarbij iedere fase gedwongen door a) de technische ontwikkelingen en b) de opvattingen bij de Luftwaffe-leiding hieraan ten grondslag lagen, maar nog belangrijker was het tegenspel van de geallieerden. In mei 1940, na de inval, werden er haastig een 7-tal Freya-radars in Nederland geplaatst voornamelijk aan de kust als early-warning tegen engelse vliegtuigen, maar ook eentje in Harderwijk.De Zuiderzee was nu eenmaal niet voorzien van mens (Fluwa) en apparatuur en dus redelijk veilig. Een aantal van deze Freya's waren voorheen reeds op het waddeneiland Wangerooge ingezet geweest en waren daar ook beproefd.* Bron: K.O.Hoffmann.

  • mei 1940 - Opbouw Nachtjagdgeschwader 1 olv Hauptmann Wolfgang Falck en daarna ook nog nr's NJ2 en NJ3.
  • 17 juli 1940 - Oprichting 1e Nachtjagd Division olv Oberst Kammhuber en opbouw radar -en zoeklicht gordel; de zg Himmelbett.
  • eind december 1940 - Gordel gereed van Belgie tot aan de Oostzee (Raum 1 t/m 6) (kaartje) Dieter-Th Bohlmann/Socates
  • 1941 -
  • 31 juli 1942 - Zoeklichtdivisie wordt opheheven en op een gering aantal na teruggetrokken naar de meest belaagde steden in het Ruhr gebied en in Bremen, Hamburg en Barlijn in Duitsaland.
  • eind voorjaar 1942 - reorganisatie Luftflotte'n en Jagd-Divisionen (* Bron: kaartje Socates/D.Bohlmann) Nu worden de Freya's breed ingezet.
  • augustus 1942 - Y-verfahren ingevoerd in de Dagjacht. Iedere Y-stelling: radiopeiling en afstandsmeting door middel van 5 zenders en 5 ontvangers op 5 peiltorens van 10 tot 15 meter hoogte (genoemd als Anton etc ). Er zijn dan 5 lijnen en dus kunnen er 5 jagers per stelling worden aangestuurd. In het geval van Teerosen I en II waren er dus zeker 10 ongerscheppings-posities of Y-lijnen. (Teerose III even niet meegerekend)
  • Intussen is ook heel Denemarken voorzien van Y-stellingen.(Let op: Y-peilers is wat anders dan Y-stellingen.

Begrippen:

Luftnachrichtentruppen

Luftwaffe verbindingsdienst personeel opgeleid om genoemde apparatuur te hanteren. Er is een uitgebreide website waar al deze verschillende regimenten te vinden zijn. M.Holm/www.ww2.dk

Jagdfuhrungszentralen

De rapportages van de Funkmess-en Peilstellungen van de Luftwaffe worden op gecentraliseerde plaatsen verzameld en gerapporteerd aan de Jagdfliegerverbande doorgegeven. Heel vaak zijn de vooruitgeschoven Jagdfuhrungscentralen binnen de Funkmessstellungen 1. Ordnung ingesloten en worden von daar laagvliegers en infanterie meegenomen.

Flum/FuMO - Funkmess-Peilstellen van de Luftwaffe en de KriegsMarine

Naast de grote radarinstallaties als bv Gazelle Jagdschloss werden langs de kust ook afzonderlijke Peilstellungen ingericht, die als schakels hun informatie aan de verder achteruit liggende Flug- oder Schiffsortungszentralen doorgaven. Opvallend is echter dat het niet tot een logische samenwerking tussen Luftwaffe en Marine-controleinstellingen is gekomen, maar dat deze strijdkrachten zeer autonoom bleven werken. Dikwijls waren voor hetzelfde te bewaken gebieden gebruikte apparatuur ruimtelijk in elkaars nabijheid gepaast , maar taktisch ver van elkaar verwijderd. Een reden waarom in de na-oorlogse periode de landmacht (LuA)luchtafweer-officieren bij de luchtmachtradar controleposten werden gestationeerd. Een duidelijke les it het verleden, hoewel FLAK personeel wel in Diogenes zat. Dit ging trouwens wel eens mis en werden eigen jagers neergeschoten. Bij de Luftwaffe kwam de FuSE 65 (Wurzburg Riese) veel voor, bij der Marine naast de FuMO 214 ook de FuMO 1-5 .

Jaegerleitstellungen

Om de Duitse bommenwerpers en jachtvliegers zo snel mogelijk naar hun doel te brengen, bouwde de Luftwaffe naast de Funkmessstellungen en daarmee samenwerkend een groter aantal Jaegerleitstellungen, die door middel van peilingen de vliegtuigen op hun koers te houden. Andere orienteringshulpmiddelen, voornamelijk voor de Nachtjagd, waren radiopeilapparatuur en Leuchtfeuerstellungen. N.B. Peilapparatuur diende in eerste instantie ter begeleiding van bombardementen. Twee op afstand geplaatste en min of meer haaks op elkaar geplaatste radiozenders zonden een radio geleide golf uit Op het snijpunt van deze golven was dit de exacte positie , welke een vliegtuig moest hebben , om doelzeker begeleid te worden. In de verdere ontwikkeling van de oorlog werd echter de gevechtsleiding steeds belangrijker. De ontwikkeling hiervan culmineerde in een verfijnde toepassing, die leidde tot een exacte begeleiding van Nachtjagdgroepen gekoppeld aan binnenvliegende bommenwerpers. Flak baterijen, zware Flakbatterijen van de Luftwaffe, van de Marine en (zeldzamer) van de Landmacht waren bij het begin van de oorlog van her type Flakzielgeraet der Gattung FMG 38L/FMG 39L, later werd dat FuSE 62 (resp. de Marineuitvoering) tot de plaatsgebonden grote geschut met meer dan 6 lopen van het kaliber 88 mm of meer dan dat en deze bezaten vaak zelfs FuSE 65 (Wuerzburg D). Naast de elektromagnetischen zoekapparaten bezaten de zware FLAK batterijen een of meerdere Flak-schijnwerpers en ook wel akoestische luisterapparaten.

Marinekustbatterijen

Om apparatuur voor de elektronische luchtgevechten bedoeld om vijandelijke aanwezigheid reeds bij het begin van de missies (het beste natuurlijk bij het opstijgen van het vliegtuig) te herkennen, ontwikkelde men Fern-, Fernst- en Over-de-horizon-zoekapparaten. De sektorenbegrenzing zou rondzoekradars tegenwerken. Om radaractiviteit van de tegenstander te verkrijgen, wueden Funkmeß-Erkennungs- en Funkmessbeobachtungsanlagen geinstalleerd. Om deze radarsactiviteiten te storen werden radar-stoorzenders ontwikkeld. Daarnaast waren er natuurlijk ook nog de bekende elektromagnetische activiteiten om informatie over te brengen als het zend- en straalzendergebeuren, die met de eigenlijke elektronische oorlogsvoering hoogstens de fysieke overeenkomsten hebben, welke hier echter voor de volledigheid worden opgevoerd.

Bron: deutschesatlantikwallarchiv.de

Verklarend taalgebruik:

Luftwaffen nachrichten (dienst) = Ln-dienst = Luftwaffe verbindingsdienst

- Luftwaffe Funkmessgeraete = radars

- Jaegerleit Geraete = apparatuur om jachtvliegers te sturen/begeleiden naar hun doel

- Jagdfuhrungszentralen = gevechtsleidings commandocentrum vb Diogenes te Deelen

- Jaegerleitstellungen/JLO = radiopeilstations Luftwaffe vb Teerosen

- Funkaufklaerungs Geraete = peilapparatuur

- Flugmeldegeraet = (Freya) radar